hellingbaan ob verdiepen
Pagina top navigatie elementen
Hellingbaan groep 3
verdiepen
Transcript
LEERKRACHT: Als jij Gabor een duwtje wil geven op hetzelfde moment als ik dat doe. Niet te hard he. Gewoon een duwtje. Wie komt verder denk je Tijl? We moeten de voeten wel een beetje optillen en de benen aan de zijkant straks. We moeten wel een beetje kunnen glijden.
LEERLING: Ik denk Lars.
LEERKRACHT: En waarom?
LEERLING: Omdat die zwaarder is geloof ik.
LEERKRACHT: Omdat hij zwaarder is geloof ik. En wat groter misschien? Dat kan ook. En wie denkt Gabor?
LEERLING: (leerling tilt schouders op).
LEERKRACHT: En wat denk jij Seth?
LEERLING: Ik weet het echt niet.
LEERKRACHT: En wat denk jezelf?
LEERLING (in rode shirt): Ik denk ik.
LEERKRACHT: En wat denk jij?
LEERLING: uhh, ik.
LEERKRACHT: Jij.. Dat gaan we zien. Drie..twee..een..(Leerlingen worden van de bank geduwd).
LEERLING: Maar ik was wel verder.
LEERKRACHT: Jij was verder. Waar zou dat nog meer aan kunnen liggen? Klopt dat wel? Seth duwde en ik duwde. Dat was nog iets anders hé? Misschien duwde ik wel harder dan Seth. Dat kan ook! Dus daar kan het verschil ook in zitten. Kijk dit is een verschil: het verschil tussen Lars en het verschil tussen Gabor. Dit was eigenlijk niet zo’n goed experiment.
LEERLING: Nog een keer doen.
LEERKRACHT: Omdat je twee verschillende dingen hebt die je niet met elkaar kon vergelijken. Ligt dat nou aan mijn harde duwen of aan het duwen van Seth of ligt het nu aan het verschil tussen Lars en Gabor? Die zijn niet precies hetzelfde hé.
LEERLING: Dat is nou de vraag..
LEERKRACHT: Ja dat is nou de vraag.
Omschrijving
In dit fragment zien we hoe twee leerlingen zelf van de hellingbaan in de speelzaal afglijden. De leerkracht geeft daarbij -heel terecht- aan dat dit eigenlijk geen goed experiment is vanwege teveel verschillen. Een leerling merkt op dat ze eigenlijk twee precies dezelfde kinderen nodig hebben!
Kijkwijzer
Zie je dat leerlingen hier al nadenken over het uitbreiden van het experiment? Ze bedenken hoe ze van dit ‘verkeerde’ experiment een goed experiment kunnen maken. ‘We hebben eigenlijk twee Gabors nodig’, zegt een leerling. Twee exact dezelfde leerlingen van de banen laten glijden is niet mogelijk, maar het geeft wel aanleiding om met de kinderen te praten over hoe je dit experiment verder zou kunnen uitbreiden. Wat kunnen kinderen nog meer onderzoeken met de hellingbaan? Je kunt bijvoorbeeld extra variabelen toevoegen aan het hellingbaan-experiment zoals de oppervlakte van het object dat je eraf laat rollen. De rest van de variabelen houd je dan gelijk.
Lesfasen
